Kleine ondernemersregeling

Met ingang van 1 januari 2020 is de oude Kleine Ondernemersregeling voor de BTW op de schop gegaan en is de nieuwe Kleine Ondernemersregeling in werking getreden. 
Voor alle duidelijkheid, het gaat hier uitsluitend om de omzetbelasting.

Oude Kleine Ondernemersregeling t/m 31-12-2019:

Als na afloop van het jaar blijkt dat er per saldo minder dan € 1.345 BTW betaald hoeft te worden, dan is er helemaal geen BTW verschuldigd. Voor bedragen tussen € 1.345 en € 1.883 is er een overgangsregeling en wordt er een vermindering toegepast. De verminderde BTW wordt opgeteld bij het belastbare inkomen.

Nieuwe Kleine Ondernemersregeling:

Indien de (belaste) omzet naar verwachting onder de € 20.000 blijft kan er vooraf een keuze gemaakt worden om geheel buiten de BTW heffing te blijven. Die regeling geldt voor 3 jaar, tenzij op enig moment de € 20.000-grens overschreden wordt. Op dat moment stopt de regeling en moet er wel BTW afgedragen worden. De oude regeling komt volledig te vervallen: geen vermindering van de te betalen BTW meer.

Bijzonderheden:

Kiest u voor de regeling, dan moet u zich uiterlijk 4 weken voor de gewenste ingangsdatum aanmelden bij de Belastingdienst. Instappen is mogelijk per de eerste dag van uw aangiftetijdvak. Dus doet u per kwartaal BTW-aangifte, dan kunt u op 1-1, 1-4, 1-7 en 1-10 instappen.

Is uw aanmelding goedgekeurd, dan bent u vanaf de ingangsdatum vrijgesteld van administratieve verplichtingen. Dat houdt in dat er geen BTW meer aan klanten gefactureerd wordt en er geen voorbelasting op kosten meer wordt teruggevraagd. Er hoeven geen BTW aangiften meer ingediend te worden. Op de factuur dient vermeld te worden: Vrijgesteld van Omzetbelasting op grond van artikel 25 Wet op de Omzetbelasting 1968.

De nieuwe regeling geldt voor eenmanszaken, vennootschappen, maatschappen, maar óók voor stichtingen, verenigingen en B.V.s
Vrijgestelde omzet telt niet mee voor het bepalen van de omzetgrens, behoudens enkele uitzonderingen.

Op het eerste gezicht lijkt het een gunstige regeling, maar er zijn ook nadelen:

-          Als u voornamelijk factureert aan BTW plichtige ondernemers kunt u niet zomaar het tarief verhogen met 21% of 9%. Er is geen vooraftrek op kosten meer toe te passen, dus netto gaat u er op achteruit ten opzichte van de oude regeling. Of de nieuwe regeling dan nog wel voordelig is, is een kwestie van rekenen.

-          Bij eenmalige grote investeringen is de daarop drukkende BTW niet meer te verrekenen.

-          De bovengenoemde vrijstelling van administratieve verplichtingen geldt alleen voor het doen van BTW aangiften.

Om de winst of verlies te kunnen bepalen voor de inkomstenbelasting moet de administratie bijgehouden worden en op orde zijn. Als de BTW-kwartaalaangifteplicht vervalt, bestaat het risico dat de administratie minder goed wordt bijgehouden en het achteraf meer tijd kost alles weer uit te zoeken.

Er staat duidelijke informatie op de website van de belastingdienst met diverse voorbeelden: klik hier

Van Ditzhuijzen Boekhouders, laatst bewerkt: 6-1-2022